Noord-Zuid Kempentunnel


Noord-Zuid Kemptunnel


Het landschap ‘Heuvelrug tussen Lichtaart en Kasterlee’ situeert zich tussen de bewoningskernen van Lichtaart en Kasterlee in de centrale Antwerpse Kempen. Het gebied wordt begrensd door de Olmenlaan, Kasterleesteenweg en Lichtaartsebaan in het noorden, de bebouwing van Kasterlee en de Geelsebaan in het oosten, Venheide, Hukkelenbergen, de Stenenstraat en de Bekenbaan in het zuiden en tot slot de Kasterleesteenweg in het westen. Deze heuvelrug is een schakel uit de duinenketen Nijlen-Kasterlee. Geofysisch behoort het tot hetzelfde systeem als de heuvelrug Herentals-Kasterlee. Het gebied wordt gekenmerkt door stuifzandduinen, waarvan de Hoge Mouw de opvallendste is.


De macrostructuur van de heuvelrug is ontstaan door geologische processen die hier miljoenen jaren geleden plaatsgrepen. Op de kamlijn van de heuvelrug zit het tertiair substraat (2 tot 66 miljoen jaar geleden afgezet) aan de oppervlakte. Het zijn matig ontwikkelde bodems, met een typische roodbruine verweringshorizont. Ten noordoosten van de kamlijn zijn de tertiaire afzettingen tijdens het pleistoceen (2 miljoen tot 10000 jaar geleden) met dekzanden bedekt. Wind en rivieren voerden respectievelijk in koude periodes afgewisseld met warmere interglaciale tijden deze dekzanden aan. Achter de kamlijn vormden ze stuifzandcomplexen met landduinen. Paraboolduinen, zoals de Hoge Mouw en de Zwarteberg, ontstonden hoogstwaarschijnlijk pas op het einde van de (voorlopig) laatste ijstijd, tijdens het jonge dryas, zo'n 12.000 jaar geleden, als gevolg van klimatologisch bepaalde zandverstuivingen. Middeleeuwse en postmiddeleeuwse verstuivingen accentueerden de al massieve zandstructuren nog meer.

Aan de zuidzijde vertoont de heuvelrug een steil front, terwijl de naar het noorden aflopende helling veel zachter verloopt. Het front is tussen Goor en Hukkelbergen op talloze plaatsen door de mens afgegraven, als zandwinning of voor de ontginning van ijzerzandsteen.


De actuele structuur en vegetatie van het gebied is het resultaat van een eeuwenlang menselijk ingrijpen. Binnen dit landschap vinden we nog verschillende sporen van deze antropogene invloed terug.

Zo treffen we ten westen van de Hoge Mouw nog vele structuren van plaggenakkers aan met restanten van houtkanten of -wallen rond kleine percelen. Een deel van de heuvelrug was vanuit Lichtaart tot aan de gehuchten Goor, Hukkelbergen en Stenenstraat met akkers bedekt.

Om deze zandige bodems toch voor akkerbouw geschikt te maken, was het gebruik van plaggenmest noodzakelijk. Tot in de 18de eeuw lag dit open akkergebied te midden van een groot heidegebied.

De perceelsafsluitingen kwamen er pas in de 19de eeuw als gevolg van de privatisering van het hele gebied. In die periode kwam ook de bebossing van de heuvelrug op gang, eerst in Kasterlee en in de 20ste eeuw volgde ook Lichtaart. Tegen 1960 was bijna de volledige heuvelrug met naaldhout bebost, met uitzondering van enkele duintoppen. De stuifduinen geven een variatie aan bodemstructuren en microgradiënten, wat resulteert in een structuurrijke vegetatie die zich o.a. vertaalt in een gevarieerde ondergroei van de bossen.



Nog meer erfgoedwaarden zijn de typische en opvallende holle wegen, die de heuvelrug op de steile zuidflank dwarsen; de aanwezigheid van karrensporen; het prachtige, grillige gevormde eikenhakhout op de duintoppen van de Kabouterberg en de Zwarteberg, de restanten van een laat-middeleeuwse konijnenwarande en de zogenaamde 'duivelskuilen' waarvan de functie en het ontstaan niet helemaal duidelijk is.


Op de heuvelrug zijn ook enkele locaties van archeologische sites uit IJzer- en Bronstijd bekend, waaronder een vermoedelijk grafveld waar in het verleden verschillende scherven van urnen zijn gevonden. De verwachting is dat op de heuvelrug ook grafheuvels hebben gelegen, omwille van de typische zichtlocatie. Op de rand van de vallei van de Kleine Nete zijn verschillende steentijdvondsten gedaan.

Deze vondsten situeren zich buiten het gebied, maar het vermoeden bestaat dat ook de heuvelrug tussen Lichtaart en Kasterlee heel wat archeologisch potentieel heeft.

De Britse militaire begraafplaats -voor 97 Britse en 3 Canadese soldaten-, in de oostelijke rand van dit landschap, herinnert aan het bevrijdingsoffensief van de Tweede Wereldoorlog.


In februari 2014 werd de ondertunneling van de heuvelrug bij de aanleg van de verbindingsweg (N19g) tussen Geel en Kasterlee voor het publiek opengesteld. Uit de graafwerken aan de tunnel kwamen verschillende grote blokken ijzerzandsteen met fossiele schelpen. Boven het tunneldak zal in het bos op de heuvelrug een strook boomvrij blijven.

Onze schapen komen 2 maal per jaar langs om de nog prille heide te helpen groeien en het terug dringen van de grassen en de jonge boomjes.


Bron: https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/135053

Tunneldak